vrijdag 21 mei 2010

Sport, sport en nog eens sport

Sport, daar hou ik van. Toch beoefen ik geen enkele sport meer. Ik kijk naar wedstrijden, lees sportverslagen, doe mee aan pronostieken en geef commentaar op wat sporters in mijn ogen verkeerd doen.

Bij de plaatselijke voetbalclub KSK Hoboken begon ik op zevenjarige leeftijd aan een korte maar krachtige voetbalcarrière. Ik hield ervan om met de bal aan de voet mijn tegenstander voorbij te dribbelen. Omdat ik een van de grotere jongens was in de ploeg moest ik vaak als doelman opdraven. Maar na wat ruzie met de ouders van de tegenstanders besloot ik om nooit nog doelman te zijn. Daarvoor ontbrak het mij aan karakter. Later speelde ik op het middenveld waar ik echt openbloeide. Ik was toen twaalf en hoopte op een verdere carrière in het voetbalwereldje.

Zoals vele jonge jongens was het ook voor mij een droom om ooit professioneel voetballer te worden. Ik zou voor alle grote ploegen gaan spelen en met België wereldkampioen worden. Hoewel ik ooit de kans had om die droom te verwezenlijken is het nooit zover gekomen. Nog later zou ik, nadat ik werd beschuldigd van diefstal in een kleedkamer, stoppen met voetballen. De pret was voor mij vanaf dat moment zoek. Ondertussen ben ik bijna 21 en heb ik nog amper de tijd om mijn favoriete sport op clubniveau te kunnen beoefenen.

Toen ik 16 was begon ook het wielrennen, de nummer 1 sport in België, mij steeds meer te boeien. Bij het zien van koersen als de Ronde van Vlaanderen, de Ronde van Frankrijk en het wereldkampioenschap op de weg kwamen de kriebels in de buik. Wielrennen is een prachtige sport, maar tegelijk ook een van de hardste die er bestaat. Vooral daarom zou ik er zelf nooit aan beginnen.

Soms zeggen mensen mij wel eens dat ik te veel met voetbal en wielrennen bezig ben en dat ik te weinig tijd vrij maak om andere dingen te doen. Maar sport is zo leuk...

1 opmerking: